______________________________________________________________________________________

 

                                                                 

Laatst was ik in Amsterdam, waar ik me met een vriendin per taxi liet vervoeren.
Toen we uitstapten, zei ik tegen de bestuurder: ‘U rijdt echt heel goed. Bedankt dat je me veilig naar hier hebt gebracht.’
De taxichauffeur keek me verbijsterd aan en zei toen ‘He wijffie mot je mij hebben?’
‘Welnee, ik heb gewoon veel bewondering voor je dat je het hoofd koel houdt in dat drukke verkeer.’
‘Ja ja, hmm’ zei hij nog en reed weg.
Mijn vriendin keek me verbaasd aan.
‘Ik probeer bij de mensen een gevoel van vriendelijkheid, wat liefde over te dragen,’ beantwoordde ik haar blik.

Mijn vriendin keek me met een wenkbrauw omhoog een beetje cynisch aan. ‘Wil jij in je eentje de wereld redden?’
‘Ik denk dat ik die man een goede dag bezorgd heb. Stel dat hij straks nog tien ritten rijdt. Dan zal hij tegen al die mensen
aardig zijn. Omdat iemand aardig tegen hem is geweest. En die tien mensen zullen op hun beurt weer aardig zijn tegen
hun ondergeschikten of tegen het winkelpersoneel die hun bedienen. En misschien wel tegen hun eigen familie.
Uiteindelijk bereik je zo dat misschien wel duizenden mensen aardig tegen elkaar zijn. Geen slecht resultaat toch.’

‘Maar dan ga je er vanuit dat die taxichauffeur aardig zal zijn tegen anderen.’
‘Nee hoor, daar ga ik niet van uit,’ zei ik. ‘Ik ben me ervan bewust dat het systeem niet waterdicht is. Maar ik krijg vandaag
wel met tien verschillende mensen te maken en als ik daarvan drie blij kan maken beïnvloed ik op die manier indirect wel
de houding van drieduizend mensen.’

‘In de supermarkt bijvoorbeeld lijkt het me een groot gemis dat niemand ooit tegen de mensen zegt dat ze prima werk
leveren.
‘Maar ze leveren helemaal geen prima werk, zitten vaak met chagrijnige gezichten automatisch hun werk te doen.’
‘Ze leveren’ zei ik, ‘geen prima werk omdat ze niet het gevoel hebben dat het iemand kan schelen of ze dat wel of niet
doen. Waarom zou je niet eens iets aardigs tegen hen zeggen?’
‘Omdat ik betwijfel of het in de praktijk werkt.’ 
‘Dan is er ook geen man overboord. Ik heb geen tijd verloren door tegen de taxichauffeur te zeggen dat hij iets goeds
heeft gedaan. Hij heeft er geen grotere of kleinere fooi door gekregen.’

‘He ik zag dat je net toch weer glimlachte tegen die mevrouw,’ merkte mijn vriendin op.
‘Ja , zei ik. ‘En als ze onderwijzeres is wacht haar klas een fantastische dag.'

Warme hartegroet
corrie